Alle informatie over fietsen
 

Fietsterminologie – Wat is een …?

Crank – Verbindingsstuk tussen de trapas en de pedaal

Crankstel – Crank en tandwielen op de trapas

Vรฉlo – Frans woord voor fiets, vroeger veel gebruikt in Belgiรซ

Rijwiel – Voormalig officieel woord voor fiets in Nederland

Bicycle – Engels woord voor fiets

Bicicleta – Spaans woord voor fiets

Biciletta – Italiaans woord voor fiets

Fahrrad – Duits woord voor fiets

Derailleur – Apparaat dat de ketting op een ander tandwiel legt

Cassette – Samenhangende tandwielen die op de as van het achterwiel geplaatst worden

Shifters – Versteller - schakelonderdeel aan het stuur, waarmee de fietser zijn derailleur kan aansturen om de ketting te verleggen

Trommelrem – Remsysteem in de naaf van het wiel

Schijfrem – Remsysteem zoals ook gebruikt wordt bij wagens, door middel van een schijf die parallel met het wiel draait waarop een remklauw bevestigd is.

Velgrem – Remklauw wordt over het wiel bevestigd om op beide zeiden van het wiel te kunnen aangrijpen.

Wielnaaf – Centrum van de wielen, waar de spaken samen komen.

Bracket – Gedeelte van het fietsframe waar de trapas bevestigd wordt.

Chainstay – Liggende buis in de achterste driehoek van het frame.

Koersfiets – Racefiets – Fiets gebruikt door wielrenners

ATB – All terrain Bike = Mountainbike (MTB)

Bar ends – opzetstukken aan de uiteinden van het stuur, stangeinden.

Tubeless – zonder binnenband, meestal in combinatie met een lekdichtende vloeistof zodat gaten door nagels en doorns in de buitenband onmiddellijk gedicht worden.

Dura ace – High-end groep van Shimano

Groep – Verzamelnaam voor het geheel van ketting, cassette, tandwielen, derailleurs, pedalen, remmen, …

Fietsdynamo – Apparaat om energie van het ronddraaiende wiel om te zetten in elektriciteit

Pikkel – fietsstaander, om de fiets rechtop te stallen zonder fietsenrek

Klikpedaal – pedaaltype gebruikt door wielrenners om de met de schoenen in te klikken, zodoende kan men niet ongewenst van de pedaal schuiven en eveneens de pedaal omhoog trekken.

Spaak – onderdeel van het wiel, gebruikt om de naaf met de wielvelg te verbinden. Door de spanning op de spaken wordt een stevig wiel bekomen.

Spatlap – spatbord, om opspattend water en slijk tegen te houden, zodat de fietser droog en proper blijft.

Terugtraprem – Rem die bediend wordt door achterwaarts te trappen, vooral gebruikt op kinderfietsen.

Tube – Fietsband waarbij binnenband en buitenband aan elkaar genaaid zijn, welke vervolgens aan de velg gelijmd wordt.

Fietsventiel – Ventiel om lucht langs in de band te pompen, terwijl voorkomen wordt dat de lucht weer kan ontsnappen.

Vork – Onderdeel waarin een voorwiel gemonteerd wordt, bij mountainbikes vaak geveerd

Lefty – Mountainbikevork die enkel een links vorkbeen heeft.

Demper – achterste vering van een mountainbike

Carbon – koolsofvezel – lichtgewicht materiaal gebruikt in onder meer fietskaders.

Frame – het kader van de fiets, waarop alle onderdelen gemonteerd worden

Stuurpen – Verbinding tussen stuur en vorkbuis

Momentsleutel – Speciale sleutel waarop het gebruikte aandraaimoment afgelezen kan worden, om gevoelige onderdelen, zoals carbon onderdelen, vast te zetten

Shimano – Gekend merk van fietsonderdelen

SRAM – Gekend merk van fietsonderdelen

Klikkers – klikpedalen

SPD’s – klikpedalen

E-bike – elektrische fiets
Voor meer informatie kan je best onze website eens doorzoeken. Dat kan snel met dit zoekvak.